paulvandermarck.nl

Changing the world, one story at a time…

©2022 PvdM Contact

Tussen droom en daad ......

763
De Algemene Politieke Beschouwingen zijn meestal niet mijn hoogtepunt van het jaar, maar dit pareltje viel deze keer op; Lodewijk Asscher blijkt enerzijds te beschikken over een geweldige parate kennis van Nederlandse poëzie en geeft tegelijkertijd een mooie les die voor alle managers en leidinggevenden geldt.

Maar eerst wat er gebeurde:


Dan nu de les; onderschat nooit je publiek en ken je verhaal EN het verhaal ‘om je verhaal’ 100%! Je hoort het Segers zeggen .. ‘deze zin viel mij te binnen…’. Duidelijk had hij wel de quote gezocht maar niet gekeken naar de context.

Als je een belangrijke speech of presentatie moet geven, blijf je te allen tijde bij je ‘script / verhaallijn’ en zorg je dat je 100% zeker bent over de inhoud; check, check , dubbelcheck. Want je publiek is minstens net zo op de hoogte van de feiten als jijzelf, en waarschijnlijk op onderdelen nog meer dan jijzelf.

Zelf zorg ik vaak al dagen voordat ik een presentatie mag geven, dat de verhaallijn staat en niet meer verandert. Daarna focus ik me op de flow en de dynamiek van het verhaal, niet woord voor woord wat er staat of gezegd moet worden, maar als er dan feiten (of quotes) voorbij komen in het verhaal, dan moeten die 100% waterdicht staan als een huis en wil ik de logica snappen. Dus als ik in dit verhaal het aantal datapunten per dag van Stedin noem, heb ik dat minimaal 3 keer nagerekend om het te begrijpen ….



Voor de liefhebbers hier het originele, prachtig schurende, gedicht (integraal met in ‘bold’ de bekende passage) van Elschot:

Het Huwelijk

Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd
in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,
haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven
toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.

Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard
en mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren,
hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren
en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.

Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond
het merg uit haar gebeente, dat haar toch bleef dragen.
Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen,
en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.

Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.
Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen
en rennen door het vuur en door het water plassen
tot bij een ander lief in enig ander land.

Maar doodslaan deed hij niet,
want tussen droom en daad
staan wetten in de weg en praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.

Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot
en zagen dat de man die zij hun vader heetten,
bewegingloos en zwijgend bij het vuur gezeten,
een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood.

uit: Verzen van Willem Elsschot (1882-1960)

CHANGING THE WORLD, ONE STORY AT A TIME …….

Paul, bevliegeraar!