Er zijn 2 soorten stoer; de soort stoer die het beste gekenschetst kan worden als ‘spierballentaal’ waarbij het erom gaat wie de grootste heeft (‘…. gevangen’) en het soort stoer waarbij het stoer is door wat je doet en waar je voor staat …
In die categorie valt voor mij Jacinda Ardern, de PM van Nieuw-Zeeland; met een glimlach blijft ze staan als een aardbeving om haar heen tekeer gaat, maar vooral als ze het UN-podium krijgt is elk woord raak en stoer: